woensdag 10 april 2013

hoe het zover gekomen is

Tja, toch maar besloten om op het internet te publiceren hoe het loopt met de bouw van mijn bootje. Dat betekent meteen wel dat ik een grote achterstand heb, want de romp ligt nu al (ja, al is goed gekozen, het gaat best vlot) in de coating. Dus even een inhaalslag dan maar, en dan daarna proberen om het een beetje bij te gaan houden. Ik beloof niks, behalve het te zullen proberen.

Hoe het begon? Nou, ooit, heel lang geleden... Zo beginnen sprookjes altijd, en dat is het natuurlijk niet, of misschien een beetje wel. Altijd al veel aan en op het water, hoewel met periodes. Belangstelling en liefde voor bootjes, zeilbootjes vooral. Op vakantie in Bretagne, vooral in het musee maritime in Concarneau, de droom om ooit eens, zelf... Van droom naar sprookje dus? In Venetië hetzelfde. Maar tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren. Vorig jaar uiteindelijk de beslissing genomen om mijn baan als apotheker op te zeggen en het allemaal heel anders te doen, of in elk geval iets heel anders te gaan doen. Niet dat het apotheker zijn een drama was, maar gaandeweg was het mijn wereld niet meer, of niet genoeg meer. Rechtenstudie gestart bij de OU en besloten dat die botenbouw, dat ik dat gewoon maar moest gaan doen. En dan zien we wel.

De zoektocht naar een werkplaats verliep eigenlijk prima. De keuze voor een bootje was lastiger. Uiteindelijk gekozen voor een Beniguet, ontwerp van Francois Vivier, 5,85 meter lang (over alles, 5,25 waterlijn) en met een gewicht van 880 kilo nog net trailerbaar. CE gecertificeerd voor kustwater, twee slaapplaatsen, ruimte voor een toilet, maar allemaal net passend. Met een midzwaard, waardoor de diepgang beperkt kan worden tot 45 cm. Droogvallen is daarmee ook mogelijk. Traditioneel gelijnd bootje met moderne bouwtechniek en veiligheidsvoorzieningen. Gaffelgetuigd, buitenboordmotortje in een bun. Kortom, van alles wat en dus nergens een uitblinker in, of juist wel, als generalist namelijk. En dat spreekt me dan wel weer aan, liever voldoende geschikt voor ongeveer alles dan ideaal voor bijna niks.

Met de Bootbouwer (Bert Reyntjes) heb ik een leverancier die de weg weet en met advies klaarstaat als dat nodig is. Toch maar gekozen voor het laten frezen van het plaatmateriaal, dat scheelt heel veel werk en voorkomt fouten. Niet dat er niet een keer wat fout zal gaan, dat hoort er natuurlijk toch wel bij. En dan net voor de kerst het materiaal binnen, en dus klaar om te beginnen.

Bij deze boot heb ik eigenlijk meteen duidelijk gehad dat ze Marie zou moeten heten. Een Frans scheepje van de Bretonse/Normandische Atlantische kust. Beniguet betekent zoveel als gezegend, er is ook een eiland voor de Bretonse kust dat Beniguet heet. Daar past een eenvoudige naam bij, en daar past Maria ook wel bij, en dan op z'n Frans. Niet om nou overdreven katholiek te zijn, het is meer een soort traditionaliteit.



Dit moet ze straks ongeveer worden. Ik heb lang over de kleur gedacht, getest met die inkleursites enzo, maar ik vind eigenlijk geen geschiktere kleur dan deze Beniguet No 1. Meer plaatjes kun je vinden bij de architect Francois Vivier via het net

1 opmerking: